Ik moest er aan denken, toen ik vorige week met de nachttrein vanuit Praag terug naar huis reed. Toch wel een fijn voorstel van Europa om elke 18-jarige een Interrail-pas te geven. Het kan hen toelaten de diversiteit van Europa te ontdekken. Het is ook een verfrissende manier van Europa om het spoor te promoten in tijden van nood aan een doortastend klimaatbeleid.

Of zo’n pas gratis moet zijn? Dat lijkt niet noodzakelijk, je kan daar een symbolisch bedrag aan verbinden zodat het een bewuste keuze is die elke jongere moet maken. Bovendien werkt zo’n pas uiteraard niet alle drempels weg voor jongeren in armoede, je moet ook eten en verblijven op reis.

Een cruciale vraag bij het voorstel is of het Europees spoor nog wel voldoende dienstverlening biedt om jongeren vlot doorheen Europa te laten reizen. Wie een historische roman leest over het Europa van decennia tot een eeuw terug, of praat met wat oudere volwassenen over hun studententijd, valt in verbazing hoe vlot de trein vroeger mensen vervoerde tussen steden als Madrid, Brussel, Berlijn, Wenen of Budapest. Hierbij spelen nachttreinen een cruciale rol: ze laten toe om geen werk- of vakantiedagen te verliezen aan lange ritten. In feite zorgde een geweldig netwerk aan nachttreinen voor een verbonden Europa. De voorbije jaren zijn heel wat nachttreinen verdwenen, en dit proces gaat steeds sneller. De nachttrein vanuit Praag zat vorige week helemaal vol. Jammer genoeg verdwijnt de lijn in december. Concreet stopt de Deutsche Bahn met alle nachttreinen, gelukkig gaat de Oostenrijkse maatschappij een aantal lijnen overnemen.

Hoe komt dit? Daar zit uiteraard het goedkoop vliegen tussen, met de Europese Unie die er niet in slaagt belasting te heffen op kerosine en toelaat dat regionale overheden lokale luchthavens subsidiëren. Maar dat is niet het hele verhaal. Er blijven heel wat mensen die de voorkeur geven aan de trein omwille van tal van redenen waaronder ecologische, naast de mensen die vliegangst hebben of om medische redenen niet mogen vliegen. Hun totaal aantal is niet te onderschatten, vorig jaar namen bij Deutsche Bahn een miljoen mensen een nachttrein. En zoals gezegd hebben we in het kader van klimaatbeleid een verschuiving nodig van auto of vliegtuig naar efficiënte en milieuvriendelijke treinverbindingen.

Als we bij het spoor blijven heeft zeker de komst van de hogesnelheidstreinen het landschap hertekend. Vroeger nam je bijvoorbeeld een nachttrein naar Avignon of Berlijn, dat kan nu op aanvaardbare tijd overdag. Er rijden echter niet overal hogesnelheidstreinen en ze geven ook geen antwoord op langere afstanden zoals naar Madrid of Budapest. Nachttreinen blijven een onmisbaar onderdeel om met de trein door Europa te reizen. Je zou dus verwachten dat de Europese Commissie, conform hun omarming van het voorstel van de Interrail-pas, nachttreinen stimuleert. Het omgekeerde is jammer genoeg het geval. Zoals we weten is de Europese Commissie al twintig jaar groot voorstander van liberalisering en meer marktwerking in onder meer het spoor. En het is net dit beleid die de nachttreinen een na een doet verdwijnen. Dit omwille van minstens twee redenen. Het Europees beleid bepaalt toe dat regeringen enkel binnenlands vervoer mogen ondersteunen. Wat maakt dat heel wat internationale treinen, ook dagtreinen trouwens, verdwenen zijn. De tweede reden is de verplichte scheiding tussen de organisatie die de sporen beheert en die die de treinen laat rijden. Dat betekent concreet dat ook nachttreinen moeten betalen om gebruik te maken van sporen in elk land dat het doorkruist, wat de kosten en de rompslomp doet toenemen. Dit maakt dat in ons land de nachttreinen helemaal verdwenen zijn, in andere landen is er dezelfde nefaste evolutie. Of hoe in het kader van zogenaamde efficiënte marktwerking, de treinsporen ’s nachts niet meer gebruikt worden voor passagiersvervoer.

Dat moet ons doen nadenken: laten we het aan de markt over welke dienstverlening we als burgers beschikken? Of vinden we het juist vanuit maatschappelijke doelstellingen zoals klimaatbeleid belangrijk dat de overheid investeert in dienstverlening die niet zelfbedruipend kan zijn? Voorbeelden voor dat laatste hoeven we niet ver te zoeken: geen enkele binnenlandse openbare vervoersmaatschappij draait break even. Anders zouden er enkel treinen, trams en bussen rijden tussen de grote steden tijdens de spits. Dat is ook de valkuil van liberalisering: privé-bedrijven gaan met de lekkere brokken lopen en de overheid mag dan opdraaien voor de rest (zonder de inkomsten van die winstgevende lijnen).

Deze analyse brengt ons tot de ironische, zo niet cynische situatie dat net in het jaar dat de Europese Commissie een voorstel steunt om jongeren met de trein Europa te laten ontdekken, veel van de nog overblijvende nachttreinen zullen verdwijnen. Misschien moeten de Europese Commissarissen hun Kerstvakantie doorbrengen met een Railpas, wie weet krijgen ze de smaak te pakken van de charme en gemak van de nachttrein. En besluiten ze een toekomstgericht beleid voor de spoorwegen uit te werken. Anders dreigt het huidig verfrissende voorstel een maat voor niets te worden.